 |
 |
Muntheer : Algemeen Keltische stam van de Leuci
Denominatie : Potin, gegoten bronsmunt type Indianenhoofd/everzwijn
Slagplaats : Omgeving Toul (Tullum Leucorum) - Nancy, noord-oost Frankrijk
Datum : ca 125 – 50 voor Christus
Materiaal : Potin; legering van koper, tin en lood.
Gewogen massa : 5,1 gram
Gemeten diameter : ca 17,2 x 18,7 mm
Gemeten dikte : 3,9 mm
Opmerkingen :
Voorzijde : Hoofd met haarband (diadeem) naar links, haar gestileerd door drie lokken en nek door schuine lijntjes, geen legende.
Keerzijde : Everzwijn met gekromde rug en rechtopstaande haarborstels naar links, tussen de poten een gesteelde cirkel geflankeerd door twee verbonden ringen, geen legende.
De Leuci (Leuques) worden slechts eenmaal vermeld in de Gallische oorlog.
Zij waren de buren van de Mediomatriques, de Lingones en de Sequani.
De Leuci leverden net zoals de Sequani en de Lingones tarwe aan Caesar toen het Romeinse leger stopte bij Vesontio (Besançon) om bij te tanken voor de confrontatie met de Germanen van Ariovistus (58 v.Chr.)
Lit : Scheers 186 classe Ie; Delestrée Tache 226; De la Tour 9044