Muntheer : Merovingisch anoniem
Denominatie : Vroeger sceatta van het Maastricht type, tegenwoordig het "interlace" type
Muntplaats : Streek van de boven-Maasvallei.
Datum : z.j. ca 720-765.
Materiaal : zilver ca 42%-79%
Gewogen massa : 0,62 gram
Gemeten diameter : 12,0 mm
Voorzijde : In een parelrand, een stilistisch hoofd naar links, er achter drie parels, ervoor een kruisje.
Omschrift : Anepigrafisch
Keerzijde : In een parelrand, rondom een middenparel een kruis opgebouwd uit vier verstrengelde bogen met een parel aan het begin en het einde, tussen de bogen telkens drie parels in driehoek geplaatst.
Omschrift : Anepigrafisch
Literatuur : Metcalf II 265-266; Wybrand Op den Velde & Michael Metcalf, RBN 2014, p 3-22