Muntheer : Vermoedelijk Godfried I met de baard graaf van Leuven, 1106-1139.
Denominatie : Denier.
Muntplaats : Brabant?
Datum : z.j. ca 1106-1113 zie opmerking.
Materiaal : zilver.
Gewogen massa fragment : 0,48 gram.
Gemeten diameter : ca 15,8 mm.
Voorzijde : Een, vermoedelijk religieus, gebouw met aan weerszijden een toren die getopt is met een gevoet kruis, onderaan een waaiervorm tussen twee parels. In de onderrand een ommuring met ringetjes en een poortopening in het midden.
Voorzijde omschrift : Anepigrafisch?
Keerzijde : Een kort gevoet kruis met in de kwartieren vier grote parels en twaalf kleinere parels, aan de uiteinden van de armen van het kruis telkens een puntje.
Keerzijde omschrift :
Opmerking : Jean Baerten, RBN 1963, Quelques deniers Brabançons du XIIe siècle, a propos de la trouvaille de Grand-Hallet. plaatst dit stuk ca 1106-1113 wegens sluitmunt in de schat van Thourotte.
Lit ref: De Witte A 17; J Ghyssens A 17 en De Mey 16 voor Godfried I; Jean Baerten, RBN 1963, p. 80 e v.; C A Serrure, Bulletin mensuel de numismatique & d'archeologie, R Serrure, Bruxelles, 1881-1882, p. 165/166 en 1882-1883, p. 148 & pl IX-X fig 12