Muntheer : Vermoedelijk Godfried III van Leuven, landgraaf van Brabant.
Denominatie : Denier.
Muntplaats : Onbepaalde muntplaats (Leuven?) Brabant.
Datum : z.j. ca 1150-1200
Materiaal : zilver
Gewogen massa : ca 0,76 gram.
Gemeten afmetingen : ca 15,1 mm.
Voorzijde : In een parelcirkel een naar links gaande leeuw met omgewende kop en opengesperde muil richting staatkwast. De manen voorgesteld door parels. De staart is tussen de achterpoten doorgeslagen, omhoog krullend, en eindigend op een kwast. Vier ringen verspreid in het veld.
Voorzijde omschrift : Anepigrafisch.
Keerzijde : Een breedarmig kruis met in het midden een parel, afwisselend gekantonneerd met ringetjes en vier blokjes in kruisvorm geplaatst, allen verbonden met het midden van het kruis.
Keerzijde omschrift tussen parelcirkels :
Opmerkingen : Uit een ensemble van vier denieren en een gehalveerde denier kan ik verschillende variaties onderscheiden.
Voorzijde varianten :
- De grootte van de kop, klein/groot.
- De achterpartij, dikke/kleine bilpartij.
- De vier ringen (1 stempel), gepunte ringen (4 stempels).
Keerzijde varianten :
- Ringetjes al dan niet gepunt.
- Twee schutblaadjes onder de (gepunte) ring of geen schutblaadjes.
- Steeltje gekantonneerde elementen met het midden : dun steeltje, naar het uiteinde dikker wordend steeltje, uitgeschulpt steeltje.
Datering aan de hand van denieren met vergelijkbaar omschrift, door J Ghyssens toegewezen tussen 1164 en 1183 (De Witte A4/A11) en niet gedateerde (De Witte A15/A16)
Lit ref : A Haeck geeft hem voor Hendrik I, overgangsfase 1210-1211, p 53, K variant b.(volgens mij met een verkeerdelijke lezing van het omschrift); J Ghyssens, essai de classement chronologique des monnaies Brabançonnes, 1983, p 5, pl II & III.